Tholen – Steeds meer telers kijken naar hun watervoorziening. Goed water is niet langer vanzelfsprekend. “Voor water geldt hetzelfde als voor CO2. Dat wordt echt onderschat. Soms wordt er nog te makkelijk over gedacht”, merkt Ben Hoogendoorn van Horticoop Technical Services. Al ziet hij aan de interesse in onder meer ondergrondse waterberging wel dat er verandering in zit. “Voor bepaalde gebieden is het een interessante optie.”

Met ondergrondse waterberging wordt water geïnfiltreerd in ondergrondse, watervoerende lagen met als doel dit te kunnen gebruiken in droge perioden. Zelfs in ‘Nederland waterland’ komen die droge periodes steeds vaker voor. Menig teler zal het beeld kennen van een langzaam leeg rakend waterbassin, terwijl de planten dagelijks water nodig hebben.

Omgekeerde osmose
Telers maken al jaren goed gebruik van regenwater. Dat vangen ze op, in bassins of in silo’s, met soms als tussenstap nog omgekeerde osmose om het water op de gewenste kwaliteit te brengen. Omgekeerde osmose is ook een tussenstap die gebruikt wordt om water van andere bronnen geschikt te maken als gietwater.

De vraag is alleen, hoe lang dat nog mag, omgekeerde osmose. Ben haalt het ook aan. “Omgekeerde osmose blijft een discussiepuntje. Je hoort al jaren dat er een einde aan komt, maar verboden is het nog altijd niet. Wel is het een grijs gebied.” Zolang er echter geen alternatief is, mag het wat de Manager Verkoop van Horticoop Technical Services betreft niet verboden worden.

Ondertussen kan een teler er prima ondergrondse waterberging bij nemen en is het nu volgens hem het enige alternatief voor osmose. Het techniekbedrijf ziet met de wateruitdagingen die er zijn kansen voor ondergrondse waterberging. “Net als bij omgekeerde osmose maak je gebruik van stilstaande bellen, ondergronds. Daar kun je in de winter, als er genoeg regen valt, water in stoppen. Zomers kun je dat water er weer uit halen.” Als de bronnen ver genoeg uit elkaar liggen, kunnen telers omgekeerde osmose en ondergrondse waterberging combineren.

EC
Niet overal kun je water in stilstaande ondergrondse bellen opslaan. “In Tinte zijn we weleens bezig geweest, maar daar bleek de EC te hoog. De grond was te zout. Van de 10 liter goed water die je er in de grond injecteerde, kreeg je er maar 1 goed terug. Het water verzout heel snel. Dan is het niet rendabel.”

Ook de grondsoort is van belang. Bij een zanderige bodem snapt ook de leek dat water niet goed in de bodem blijft ‘hangen’. In Limburg en delen van Noord-Brabant is ondergrondse waterberging daarom niet echt aan de orde. Rond Steenbergen en Dinteloord gebeurt het dan weer wel en ook in andere regio’s gaat het goed.

Het zijn regio’s met goede stilstaande waterlagen met ook een lage EC, waarin goed ondergronds water opgeslagen kan worden. Hetzelfde geldt voor de regio rond Aalsmeer. “Daar haal je er bijvoorbeeld 7 of 8 liter uit voor elke 10 liter die je erin stopt. Dan wordt het interessant.”

Ook in Westland zijn ze bezig met projecten, weet Ben. Hij wijst erop dat een hogere EC in de bodem niet direct een probleem hoeft te zijn. “Durf je met een iets hoger EC te telen, is dan de vraag. Als de bel waarin je water opslaat niet groot genoeg is, dan krijg je menging en kan de EC oplopen. Dan is het een kwestie van goed kijken wanneer je water wilt infiltreren en er weer uit wilt halen.”

Bronnen
Om aan goede bronnen in de bodem te komen, moeten bronnen geboord worden. Dat doet Horticoop Technical Services niet zelf. “Een specialist in het boren van bronnen brengt in kaart hoe de bodem eruitziet en kijkt bijvoorbeeld ook waar andere bronnen in de bodem zitten. Dat kan op verschillende dieptes, bijvoorbeeld 30, 50 of 100 meter. Dat wordt in het veld bepaald.”

Afhankelijk van hoeveel water een teler in de bodem wil opslaan wordt de hoeveel bronnen bepaald. Bronnen mogen niet te dicht op elkaar zitten. “Het varieert hierbij hoeveel kuub water een klant wil infiltreren en onttrekken. Met verschillende hoogtes spelen en daarmee in verschillende lagen water opslaan, is mogelijk”, weet Ben.

Horticoop Technical Services heeft zelf veel expertise in huis over ondergrondse waterberging. Met de overname, vorig jaar, van mensen van Codema met specifieke kennis, kwam er nog meer expertise bij. “Wij hebben de materialen, de kennis en kunnen alles ook engineeren.”

Schoon en koel water
Bovengronds heeft een teler doorgaans ongeveer tien vierkante meter ruimte nodig voor de installatie van ondergrondse waterberging. Een teler heeft een filtersysteem nodig en een pompunit. “Het filtersysteem is nodig om het bassinwater te filteren voordat je het gaat infiltreren. De pomp is nodig om het daarna weer naar boven te halen. Door er schoon water in te pompen, blijft de bron goed schoon en krijg je ook weer schoon water terug.”

Integratie in een bestaand watersysteem is eenvoudig. “Na het oppompen van het water kan het na filtratie bijvoorbeeld het bassin weer in. Daarna kan de teler eventueel het water nog desinfecteren zoals ook gebeurt met water vanuit andere bronnen. Door het vele filteren is het water uit ondergrondse waterberging ook perfect geschikt voor gebruik in druppel- en nevelsystemen.”

Andere voordelen van ondergrondse waterberging zijn uiteraard dat telers er slim gebruik mee maken van de beschikbare ruimte, omdat anders dan bij een bassin bij bouwen er bovengronds (nauwelijks) extra grond nodig is, en dat het water goed koel blijft, en vrij van algen.

“Bovengronds is het voor telers vaak lastig om nog ruimte te vinden, maar klantspecifiek vinden we voor het stukje bovengrondse installatie altijd wel een vrij hoekje”, weet Ben uit ervaring. “Als de bronnen eenmaal geboord zijn, dan kan het op locatie snel gaan. Doorgaans kan de unit in ongeveer een week wel af zijn. De voorbereiding is nog het meeste werk. Het mooiste is als een teler direct bij de start van het regenseizoen water kan gaan opslaan. Wie nu start, die is er nog mooi op tijd bij.”

Voor meer informatie:
Ben Hoogendoorn
b.hoogendoorn@hcts.tech
Publicatiedatum: do 20 jul 2023
Auteur: Thijmen Tiersma
© GroentenNieuws.nl